Als uit de overeenkomsten van opdracht niet blijkt dat de werkzaamheden zijn verricht, riskeert de ondernemer correcties van de afgetrokken kosten en/of naheffing van btw. Het kan zelfs zo zijn dat zijn ondernemerschap ter discussie komt te staan.
Een man was in 2014 in loondienst bij een bedrijf. Daarnaast exploiteerde hij een eenmanszaak, waarbij zijn activiteiten bestonden uit het geven van workshops op het gebied van Audio en Hifi. De partner van de man was de beherende vennoot in een cv. In 2014 begon de man met het ontwikkelen van een applicatie voor de mobiele telefoon. De ontwikkeling van de applicatie was uitbesteed aan een Limited (Ltd) in India. De zwager van de man nam via zijn eenmanszaak voor een derde deel in de ontwikkeling van de applicatie. Verder sloot de man een overeenkomst van opdracht met de cv van zijn partner. De cv gaf onder andere advies over de zakelijke concepten die de eenmanszaak ontwikkelde. De cv bracht maandelijks de gewerkte uren in rekening aan de eenmanszaak. Daarbij werden de facturen geboekt in de rekening-courant tussen de cv, de man en zijn partner. De eenmanszaak heeft van 2014 tot en met 2019 geen omzet gedraaid. De man gaf daarom steeds een verlies op. Ook droeg hij geen btw af, maar vroeg wel de voorbelasting terug. De inspecteur was het daarmee niet eens. Daarom corrigeerde hij de kosten van uitbesteed werk, de geclaimde zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. Ook hief hij een groot deel van de in 2014 afgetrokken voorbelasting terug. De man tekende beroep aan tegen deze correcties en naheffingsaanslagen. Hij weet voor Hof Amsterdam echter niet goed te onderbouwen dat de werkzaamheden zijn verricht. De man overlegt verschillende versies van functionaliteitsbeschrijvingen van de applicatie. Maar deze zijn allemaal voorzien van het logo van de Ltd. De namen van de man, zijn partner of de cv staan er niet op. De man overlegt evenmin andere stukken waaruit de werkzaamheden van zijn partner blijken. De correcties door de fiscus zijn terecht, aldus het hof.In een andere procedure oordeelt het hof dat de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht is opgelegd. De cv heeft ten onrechte btw aan de eenmanszaak in rekening gebracht. Bovendien heeft de cv de gefactureerde btw niet afgedragen. Daardoor kan de inspecteur kiezen of hij de btw naheft van de cv of van de eenmanszaak. In deze zaak speelt ook een rol dat de partner van de ondernemer beherend vennoot van de cv is. Daardoor oordeelt het hof dat de man niet zorgvuldig genoeg heeft gehandeld.
Bron: Hof Amsterdam 29-03-2022 (gepubl. 04-05-2022)