Onderhandelaars van het Europees Parlement en de Europese Commissie zijn het eens geworden over Europese regels voor een adequaat minimumloon. Met deze regels wil men bereiken dat minimumlonen in alle EU-landen een behoorlijke levensstandaard voor werknemers garanderen.
Op basis van het principeakkoord moeten lidstaten nagaan of het bestaande wettelijk minimumloon voldoende is voor een behoorlijke levensstandaard. Volgens internationale maatstaven kan het minimumloon worden gebaseerd op 60% van het mediaan brutoloon en 50% van het gemiddelde brutoloon dat in een land verdiend wordt. In Nederland komt dat volgens de vakbonden uit op een minimumloon van € 14 per uur. Deze maatstaven zijn echter niet dwingend. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft al aangegeven dat de lidstaten zelf over de hoogte van het minimumloon blijven gaan. Volgens de minister kunnen ook andere referentiewaarden worden gebruikt om de hoogte van het minimumloon te bepalen zoals het nettoloon of de armoedegrens. Het akkoord betekent dan ook niet dat het minimumloon in Nederland nu in een keer naar € 14 gaat. Daarbij komt dat het kabinet al heeft aangekondigd het minimumloon vanaf volgend jaar stapsgewijs met 7,5% te verhogen.Volgens het principeakkoord moeten landen om de twee jaar verantwoording afleggen over de vaststelling van het minimumloon en wat ze daarbij in aanmerking hebben genomen. Laten landen het minimumloon met de inflatie meestijgen, dan hoeven zij maar eens in de vier jaar verslag uit te brengen. Omdat Nederland het minimumloon twee keer per jaar bijstelt, geldt dat mogelijk ook voor Nederland.Lidstaten, waaronder Nederland, waar minder dan 80% van de beroepsbevolking wordt beschermd door een collectieve overeenkomst, moeten een actieplan opstellen om deze dekking geleidelijk te vergroten. Om de beste strategie voor dit doel te ontwerpen, moeten zij de sociale partners erbij betrekken, de Europese Commissie op de hoogte brengen van de genomen maatregelen en het plan openbaar maken. Ook is afgesproken dat EU-landen een handhavingssysteem opzetten, met inbegrip van betrouwbare monitoring, controles en veldinspecties, om naleving te waarborgen en onrechtmatige onderaanneming, schijnzelfstandigheid, niet-geregistreerde overuren of verhoogde werkintensiteit aan te pakken.Het voorlopige politieke akkoord dat door het onderhandelingsteam van het Europees Parlement is bereikt, moet nu eerst worden goedgekeurd door de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, gevolgd door een plenaire stemming. De Raad moet de deal ook goedkeuren.
Bron: EP 07-06-2022