De minister van LNV en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat hebben een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit gebruik meststoffen gepubliceerd, waarin een deel van de maatregelen uit het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn zijn opgenomen die per 1 januari 2023 ingaan. Het gaat om de maatregelen over het uitrijden van mest en de rotatie met rustgewassen. De wijziging ligt tot 12 augustus ter consultatie. Gedurende deze periode kan iedereen op de wijziging reageren. Wijzigingen uitrijden mest De volgende wijzigingen worden doorgevoerd:
Voor grasland en bouwland op zand- en lössgronden wijzigt de uitrijdperiode van vaste strorijke mest van 1 februari tot en met 1 september naar 1 januari tot en met 1 september; Op bouwland mag pas vanaf 16 maart (was 16 februari) drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib gebruikt worden. Voor enkele aangewezen gewassen zoals boerenkool en broccoli is uitrijden vanaf 16 februari toegestaan, mits dit uiterlijk 14 februari gemeld wordt. De meldplicht voor de teelt van maïs op zand- en lössgrand komt hiermee te vervallen.
Op landbouwgrond, gelegen op zand- en lössgrond, moet per aaneengesloten periode van vier kalenderjaren, gerekend vanaf 1 januari 2023, ten minste gedurende één kalenderjaar en uiterlijk het vierde kalenderjaar, een rustgewas geteeld worden. Rustgewassen zijn met name granen (m.u.v. maïs) en grassen. Aan deze verplichting kan elke landbouwer die op de desbetreffende grond landbouw uitoefent voldoen, maar indien daaraan gedurende de eerste drie kalenderjaren van een periode niet is voldaan, berust de verplichting op de landbouwer die in het vierde kalenderjaar de grond in gebruik heeft. Bij wijziging van de gebruiker van een perceel grond, zal de nieuwe gebruiker dus moeten nagaan welk(e) gewas(sen) de voorgaande jaren zijn geteeld. Er gelden uitzonderingen voor teelten van gewassen die meer dan vier jaar onafgebroken op een perceel staan en voor de teelt van gewassen overeenkomstig de biologische productiemethode.