Het recht te worden gehoord is een belangrijk recht van een belastingplichtige. Lukt het een keer niet om een afspraak te maken? Dan mag de inspecteur niet zomaar ervan uitgaan dat iemand afziet van zijn recht om te worden gehoord.
Een bv dient een bezwaarschrift in tegen de BPM die zij heeft voldaan op haar aangifte. De inspecteur laat de bv weten dat hij dit bezwaarschrift ongegrond wil verklaren. De bv heeft echter het recht om eerst te worden gehoord. Maar de partijen slagen er niet in om daarvoor een afspraak te maken. De Belastingdienst eist namelijk het doorsturen van honderd dossiers in één keer. De bv wil echter dat per week 25 dossiers worden doorgestuurd. Zij gaat drie keer niet in op een uitnodiging van de Belastingdienst voor een gesprek. Daarop constateert de fiscus dat de bv afziet van de uitoefening van haar hoorrecht. Daarna wijst de inspecteur het bezwaarschrift af.
Vervolgens begint de bv een beroepsprocedure. Rechtbank Noord-Nederland weet niet welke hoeveelheid aan te behandelen dossiers redelijk is. Voor de inspecteur ligt de lat om zich aan zijn hoorplicht te onttrekken echter hoog. Dus heeft hij niet zomaar mogen concluderen dat de bv afziet van haar hoorrecht. Omdat de fiscus het hoorrecht heeft geschonden, wijst de rechtbank de zaak terug naar de inspecteur. Bovendien is de redelijke termijn overschreden. Dus moet de Belastingdienst de bv een immateriële schadevergoeding betalen.
Bron: Rb. Noord-Nederland 08-09-2022 (gepubl. 21-09-2022)