Bedrijven met minimaal 80% grasland kunnen dit jaar in de periode 2 maart tot en met 7 april derogatie aanvragen. De verhoogde gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen bedraagt maximaal 240 kg stikstof per hectare per jaar met uitzondering van het areaal gelegen in de ‘met nutriënten verontreinigde gebieden’. Voor deze gebieden bedraagt de verhoogde gebruiksnorm maximaal 220 stikstof per hectare per jaar. De verhoging mag uitsluitend worden ingevuld met dierlijke meststoffen afkomstig van graasdieren. Met nutriënten verontreinigde gebieden Als met nutriënten verontreinigde gebieden worden aangewezen:
Er wordt geen derogatievergunning verleend voor percelen die liggen in Natura 2000-gebieden en in grondwaterbeschermingsgebieden. Indien een bedrijf waarvan een deel van de percelen is gelegen in een Natura 2000-gebied of een grondwaterbeschermingsgebied beschikt over een derogatievergunning voor de andere percelen, gelden de verplichtingen die voortvloeien uit de derogatiebeschikking wel voor alle percelen.
Derogatiebedrijven op met landbouwgrond gelegen op klei- en veengronden in met nutriënten verontreinigde gebieden krijgen ook te maken met regels ten aanzien van graslandvernietiging en de teelt van een aangewezen gewas na de teelt van maïs. In de periode van 1 februari tot en met 20 juni mogen deze bedrijven na het vernietigen van grasland wel een ander gewas dan gras telen.
Voor derogatiebedrijven op zand- en lössgrond golden al kortingen op de stikstofgebruiksnormen bij het scheuren van grasland. Deze bedraagt 50 kg stikstof per hectare als na graslandvernietiging in de periode 1 juni t/m 31 augustus aansluitend weer gras wordt geteeld en 65 kg na graslandvernietiging maïs, consumptieaardappelen of fabrieksaardappelen worden geteeld. Deze kortingen gaan ook gelden voor derogatiebedrijven op klei- en veengrond. De stikstofgebruiksnorm wordt met 50 kg stikstof per hectare gekort als grasland wordt vernietigd (ook na 31 augustus) gevolgd door de teelt van gras. De korting bedraagt 65 kg stikstof per hectare bij vernietiging van gras gevolgd door de teelt van maïs.
Bedrijven die deelnemen aan derogatie moeten uiterlijk 6 april een bemestingsplan opstellen. Voor zover dat nog niet is gebeurd, moet de opgave aanvullende gegevens 2022 uiterlijk 7 april worden ingediend.
Bij de bemonstering van grond moet gebruik gemaakt worden van een methode waarin per vijf hectare van de bodem van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond ten minste één stikstof- en fosforanalyse wordt uitgevoerd. Let op! De bufferstroken tellen niet mee voor de berekening van de 80%-graslandeis.