Actueel
Fiscaal
Gepubliceerd op 30 juni 2020

Aftrek voorbelasting op instandhoudingskosten huurpand

Tijdens leegstand van een onroerende zaak die is bestemd voor verhuur, moet de eigenaar ook kosten maken om de zaak in goede staat te houden. Bestaat de mogelijkheid dat de verhuurder het pand na de leegstand belast verhuurt? Dan is de btw op de instandhoudingskosten aftrekbaar.

Een bv is eigenaar van een pand dat is te gebruiken als kantoorruimte. De bv biedt dit pand te huur aan. Van 1 januari 2008 tot en met 31 juli 2009 staat het pand leeg. De bv wil dat het pand in goede staat blijft en maakt daarom kosten voor instandhouding van het pand. Zij trekt de btw over deze kosten af. De bv vindt voor de periode van 1 augustus 2009 tot 19 december 2011 een huurder voor een deel van het pand. Deze huurder is een gemeente en de huur vindt daarom vrijgesteld van btw plaats. De inspecteur legt aan de bv een naheffingsaanslag btw op omdat hij meent dat de bv de voorbelasting over de instandhoudingskosten niet had mogen aftrekken. De bv tekent vervolgens beroep aan tegen de naheffingsaanslagen. Uit oudere rechtspraak blijkt dat een ondernemer de prestaties, die hij afneemt om een bedrijfsmiddel in stand te houden, gebruikt voor zijn bedrijf. Dit is niet anders als dat bedrijfsmiddel tijdelijk niet in gebruik is. Heeft de ondernemer het voornemen om een leegstaand pand later btw-belast te gaan verhuren? Dan is de btw op de instandhoudingskosten gewoon aftrekbaar. Lastiger wordt het als na de leegstand btw-vrijgestelde huur plaatsvindt. Volgens de Hoge Raad is de verhuur van onroerende zaken in principe vrijgesteld van btw. Een uitzondering geldt als de huurder en verhuurder opteren voor belaste verhuur. Partijen moeten dan in een schriftelijke verhuurovereenkomst kiezen voor belaste verhuur of een gezamenlijk verzoek indienen bij de Belastingdienst. Door deze regeling is pas bij het vinden van een huurder duidelijk of sprake is van belaste of btw-vrijgestelde verhuur als het te verhuren pand geschikt is voor zowel belaste als vrijgestelde verhuur. In deze zaak is dit het geval. Dan moet men volgens de Hoge Raad aannemen dat de ondernemer het voornemen heeft om het pand eventueel btw-belast te verhuren. Onder deze omstandigheid is de btw op de instandhoudingskosten aftrekbaar.

Bron: Hoge Raad 26-06-2020

Definitieve GLB-aanvraag 2024

Gepubliceerd op
10 oktober 2024
Fiscaal

Pilot stimulering vezelteelten door koolstofcertificaten

Gepubliceerd op
10 oktober 2024
Fiscaal

Rechtbank: structuur verdoezelt aanmerkelijk belang

Gepubliceerd op
9 oktober 2024
Fiscaal