Actueel
Fiscaal
Gepubliceerd op 12 november 2019

Kater voor restauranthouders

De Hoge Raad is van oordeel dat het niet uitmaakt of het verstrekken van alcoholhoudende dranken onderdeel uitmaakt van een dienst waarbij het verstrekken van voedingsmiddelen voorop staat of niet. Altijd zijn alcoholhoudende dranken onderworpen aan het hoge btw-tarief.

Een ondernemer exploiteerde een horecagelegenheid, bestaande uit een restaurant, een lounge-bar en een terras. Daarnaast werden zalen ter beschikking gesteld voor feesten en zakelijke bijeenkomsten. Volgens de ondernemer vormde het verstrekken van voedingsmiddelen en alcoholhoudende drank in een restaurant één dienst, waarbij het verstrekken van voedingsmiddelen voorop staat en de verstrekking van alcoholhoudende drank daarin opgaat.

De Hoge Raad volgt de ondernemer niet in zijn betoog. Op grond van de totstandkomingsgeschiedenis van de Europese btw-richtlijn kon de Nederlandse wetgever ervoor kiezen om de verstrekking van alcoholhoudende dranken uit te zonderen van het verlaagde btw-tarief en daarvoor is dan ook gekozen. Of sprake is van één dienst bestaande uit het verstrekken van voedingsmiddelen en alcoholhoudende drank, waarbij de verstrekking van alcoholhoudende drank opgaat in het verstrekken van voedingsmiddelen, is niet relevant. Ook kan volgens de Hoge Raad niet worden gezegd dat de Nederlandse wetgever de richtlijn verkeerd heeft geïmplementeerd. Nederland heeft op een correcte wijze gebruikgemaakt van de bevoegdheid om de verstrekking van alcoholhoudende dranken uit te zonderen van toepassing van het verlaagde tarief.

Bron: HR 8-11-2019

Bereid u voor op het tegenbewijs box 3

Gepubliceerd op
24 april 2025
Fiscount
Fiscaal

Enkele fiscale maatregelen uit de Voorjaarsnota

Gepubliceerd op
24 april 2025
Fiscount
Fiscaal

Onderzaai mas kan niet als rustgewas meetellen

Gepubliceerd op
23 april 2025
Actueel
Fiscaal