Als een bv haar aangifte vennootschapsbelasting veel te laat indient en de inspecteur vervolgens één dag na ontvangst van de aangifte een ambtshalve aanslag vaststelt, heeft de bv in elk geval niet voldaan aan haar aangifteplicht. Dit blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Gelderland.
Een bv diende op 29 maart 2016 haar aangifte vennootschapsbelasting over 2013 in. Eén dag later, op 30 maart 2016, stelde de inspecteur ambtshalve de aanslag vast, waarbij hij stelde dat de bv niet aan haar aangifteplicht had voldaan, wat betekende dat de bewijslast bij de bv kwam te liggen. De bv was het hier niet mee eens, aangezien zij stelde dat de aangifte was ingediend vóórdat de inspecteur de aanslag vaststelde.De rechtbank gaf aan dat de inspecteur op 30 maart 2016 in theorie over de aangifte had kunnen beschikken, aangezien het systeem van de Belastingdienst een melding had kunnen maken van de binnenkomst van de aangifte. Dit deed volgens de rechtbank echter niets af aan het feit dat de bv niet aan haar aangifteplicht had voldaan, aangezien zij op 30 januari 2015 een aanmaning had ontvangen om uiterlijk 13 februari 2015 de aangifte in te dienen. Nu de bv vervolgens nog heel lang had gewacht, kon de inspecteur niet worden verweten dat hij geen rekening had gehouden met de aangifte. De rechtbank oordeelde dan ook dat de inspecteur de aanslag in redelijkheid had vastgesteld.
Bron: Rb. Gelderland 16-11-2018