Organisaties uit de melkveehouderij, de zuivelsector, de diervoedersector, adviseurs en kennisinstellingen hebben in een convenant afspraken gemaakt over het verlagen van het aandeel ruw eiwit in rantsoenen van melkveebedrijven. Dit moet een bijdrage leveren aan het ontlasten van de mestmarkt en het verlagen van de uitstoot van ammoniak. He doel is om het gemiddelde aandeel van het ruw eiwit in het totale rantsoen te verlagen naar maximaal 160 gram per kilogram droge stof in 2025 en naar 158 gram per kilogram droge stof in 2026. Verantwoordelijkheid partijen Elke ondertekende partij is zelf verantwoordelijk om bij zijn achterban, klanten of leveranciers de gemiddelde doelstelling te realiseren. Gezamenlijk borgen ze hun inspanningen door het opzetten van een communicatiecampagne, kennisprogramma en het ontwikkelen van handreikingen voor bedrijven. Verder ontwikkelen ze een gezamenlijke aanpak gericht op signaleren, monitoren en certificeren. Vergelijkingscijfers en monitoringssysteem ZuivelNL zal maandelijks een regionaal ureumcijfer ter beschikking stellen aan melkveehouders zodat zij het individuele ureumgetal van hun bedrijf kunnen vergelijken met andere bedrijven in hun regio. Het ureumgetal in melk is een belangrijke indicator voor de balans tussen energie en eiwit en het aandeel ruw eiwit in het rantsoen. De diervoedersector gaat een monitoringssysteem opzetten om het ruw eiwitgehalte van de rantsoenadviezen inzichtelijker te maken. Begeleiding en advisering bedrijven Melkveehouders met een relatief hoog aandeel ruw eiwit in het rantsoen worden door adviseurs van diervoederbedrijven en onafhankelijke adviseurs begeleid om het aandeel ruw eiwit verantwoord te verlagen. De adviseurs zullen daarvoor worden voorzien van adequate kennis en tools om het ruw eiwit in het rantsoen te verlagen. Financiële adviseurs krijgen de taak om de financiële voordelen van het verlagen van het ruw eiwit in het rantsoen inzichtelijk te maken. Indien de doelstelling niet wordt gehaald, verbinden de partijen zich aan de voorwaarde van het opstellen van een verbeterprogramma.