Voor de bepaling van het stikstof- en fosfaatgehalte van de voorraden op het eigen bedrijf geproduceerde dierlijke meststoffen moet uitgegaan worden van de best beschikbare. In afnemende volgorde van belangrijkheid zijn dit:
analyseresultaten van de voorraad mest; analyseresultaten van de afgevoerde mest in het afgelopen jaar of bij het ontbreken hiervan de analyseresultaten van het voorgaande jaar; de forfaitaire gehalten, wanneer de analyseresultaten ontbreken of niet representatief zijn.
Een varkenshouder kreeg naar aanleiding van een NVWA-controle een mestboete over het jaar 2018 opgelegd, vanwege een overschrijding van de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen en de stikstofgebruiksnorm. In het boetebesluit was de RVO bij het vaststellen van de eindvoorraad mest in 2018 uitgegaan van de gemiddelde stikstof- en fosfaatgehalten van de in dat jaar afgevoerde mest. Volgens de varkenshouder waren de gemiddelde gehalten van de in 2018 afgevoerde mest niet de best beschikbare gegevens. Er had volgens hem moeten worden uitgegaan van de gemiddelde gehalten in de afgevoerde mest van 2017 of 2018, of van de gemiddelde gehalten over de jaren 2017 tot en met 2019. Dat zou representatiever zijn geweest. In de hoger beroepszaak oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dat de varkenshouder niet uiteen had gezet waarom de 314 in 2018 afgevoerde vrachten geen representatief beeld gaven van de eindvoorraad in dat jaar. Voorts was de bedrijfsvoering in 2018 niet anders geweest dan in de jaren daarvoor en daarna. Er was dus geen sprake van dermate omstandigheden dat niet van de gemiddelden over het jaar 2018 uitgegaan kon worden. De door de varkenshouder voorgestelde methode, waarbij uitgegaan wordt van gemiddelden over de jaren 2017 tot en met 2019, impliceert bovendien dat pas na afloop van het jaar 2019 de mineralengehalten van de eindvoorraad in 2018 kunnen worden vastgesteld. Dan is sturing op het mineralengebruik in de loop van het jaar, een essentieel element van het gebruiksnormensysteem, echter niet meer mogelijk. Het hoger beroep van de varkenshouder werd daarom ongegrond verklaard.