Landbouwers mogen bedrijfsmiddelen zoals sleuf- en mestsilo’s en erfverharding (aanhorigheden) niet langer afschrijven tot op de restwaarde. Zij moeten investeringen in deze bedrijfsmiddelen voortaan toerekenen aan de stallen. Het gevolg hiervan is dat die investeringen moeten worden betrokken in de afschrijvingsbeperking die vanaf 1 januari 2007 geldt voor bedrijfsgebouwen. Dit volgt uit het arresten die de Hoge Raad op 17 januari 2020 heeft gewezen in door de VLB aangespannen procedures tegen de Belastingdienst. De conclusie is dat ook de afschrijving op sleuf- en mestsilo’s en erfverharding door de wetswijziging per 1 januari 2007 is ingeperkt tot op 50% van de WOZ-waarde. Omdat de desbetreffende bedrijfsmiddelen niet eenduidig aan één gebouw kunnen worden toegerekend, leidt dit naast een lager afschrijvingspotentieel ook nog tot een administratieve lastenverzwaring.