Het btw-tarief op bepaalde agrarische goederen en diensten gaat van 9% naar 21%. Dit geldt voor peulvruchten en granen die niet als voedingsmiddel kwalificeren, pootgoed, vee, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol, zowel ruw en ongewassen. Dit voorstel heeft ook gevolgen voor het bestaande beleid voor het opfokken van paarden die niet bestemd zijn voor gebruik in de landbouw, zoals ren- en hobbypaarden. Dit beleid zou vanaf 2024 worden vastgelegd in een wettelijke regeling. Maar als het voorstel voor de tariefverhoging van agrarische goederen en diensten doorgaat, dan wordt dit voornemen ingetrokken. Hetzelfde geldt ten aanzien van het beleid voor toepassing van het verlaagde tarief voor het opkweken van groenten en planten.