Verhuurt een vastgoed-bv een bedrijfspand aan een bv met een materiële onderneming? Dan is een schenking van alle aandelen in deze bv aan de indirecte aandeelhouder van de bv met de onderneming in beginsel toch belast met overdrachtsbelasting.
Een man krijgt van zijn vader alle aandelen in een bv geschonken. Voordat deze schenking plaatsvindt, heeft de vader het beleggingsvastgoed en de oudedagsvoorziening in deze bv juridisch afgesplitst. In de oude bv zijn een deelneming van 5% in een werkmaatschappij met een bouwmarktonderneming en het bedrijfsgebouw achtergebleven. De zoon heeft via zijn holding al een indirect belang van 95% in de werkmaatschappij. De werkmaatschappij heeft steeds het bedrijfspand van de bv gehuurd. De Belastingdienst meent dat de bv een onroerendezaaksrechtspersoon (OZR) is, zodat de zoon overdrachtsbelasting is verschuldigd.
Maar de zoon stelt dat de bv geen OZR is, omdat niet is voldaan aan de zogeheten doeleis. Volgens de zoon gebruikt de bv het bedrijfspand voor de exploitatie van een bouwmarktonderneming. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwerpt deze stelling. De activiteit van de werkmaatschappij is namelijk niet toe te rekenen aan de bv. Voor de doeleis is consolidatie niet toegestaan, omdat de zoon vóór de schenking geen belang had in de bv. De rechtbank vindt evenmin aannemelijk dat de vader dusdanig betrokken was bij de bouwmarktonderneming dat hij via zijn bv een materiële onderneming dreef. Evenmin is sprake van een vrijgestelde verkrijging in het kader van de bedrijfsopvolging. De vader heeft immers niet het bedrijfsgebouw zelf, maar de aandelen in zijn bv aan zijn zoon geschonken.
Bron: Rb Zeeland-West-Brabant 09-08-2023 (gepubl. 17-08-2023)